HR-managers en aankopers die moeten onderhandelen over een adequate freelance fee, zijn vaak op zoek naar een houvast. Data uit een benchmark geven de schijn dat ze die houvast kunnen bieden van wat redelijk is.
Nochtans is het niet evident (om het zacht uit te drukken) om freelance fees te benchmarken. En daar zijn drie redenen voor. Ten eerste is er te weinig beschikbare data. Ten tweede, als er al data is, dan is de data niet kwalitatief genoeg. En ten derde, er wordt geen rekening gehouden met het gewicht van de functie/rol van een freelancer.
Waarom een benchmark?
HR-managers en aankopers die moeten onderhandelen over een adequate freelance fee, zijn vaak op zoek naar een houvast omtrent wat een adequate freelance fee is. En eigenlijk is het beter om te spreken over een faire freelance fee. Er zijn een aantal redenen voor het feit dat men op zoek is naar wat een faire freelance fee is.
De eerste reden ligt voor de hand. In elke onderhandeling moeten partijen tot een vergelijk komen. In een ideale wereld bekomt men dat vergelijk via een win-win voor beide partijen. Een van de punten in de onderhandeling is uiteraard de dagfee van de freelancer. Zoals bij elke prijsdiscussie moet de prijs fair en correct zijn voor beide partijen.
De tweede reden ligt moeilijker, en krijgt niet altijd de aandacht die het verdient. Freelancers (toch het type freelancer waarover wij spreken) zijn goed te vergelijken met werknemers. Ondernemingen willen ervoor zorgen dat de freelancers en werknemers onderling ook fair worden verloond. Wanneer dat niet zo zijn, creëer je mogelijks ongewenste effecten. Stel dat freelancers (minstens in de perceptie) substantieel beter betaald worden dan werknemers, dan zal je mogelijks een push krijgen van werknemers richting het freelance zelfstandigenstatuut.
En in de zoektocht naar die houvast krijgen we vaak de vraag naar benchmarkdata van freelance fees. En we zien dat daar op de markt op wordt ingespeeld. Het ding is: het benchmarken van freelance fees werkt niet (toch niet rechtstreeks).
Waarom het benchmarken van freelance fees niet werkt? Wel, daar zijn drie goeie redenen voor 👇
Reden 1: te weinig beschikbare data
Als het al moeilijk is om de nodige data te verzamelen voor salarisstudies (benchmarks voor werknemers), dan is het al helemaal moeilijk om data te verzamelen bij bedrijven omtrent freelance fees, te meer omdat die data doorgaans niet bij HR, maar bij procurement/purchasing zit.
Reden 2: te weinig kwalitatieve data
Freelance fees zijn (uitsluitend) tot stand gekomen via positional bargaining en de loutere marktwerking. Een van de redenen waarom je benchmarkt is om een grotere (distributieve) rechtvaardigheid te installeren tussen freelancers onderling, maar zeker ook tussen freelancers en werknemers.
Door het gebrek aan methodologie (tot nog toe althans 😉) is er net een onrechtvaardigheid ingetreden tussen freelancers en werknemers. De distributief onrechtvaardige fees gebruiken in een benchmark lost niets op. Een benchmark zou enkel maar de heersende onrechtvaardigheid bestendigen.
Reden 3: geen rekening met onderliggende data
Aan de freelance fees wordt geen gewicht toegekend op basis van bijvoorbeeld de complexiteit van de opdracht, de expertise en/of ervaring van een freelancer, etc. Waarom niet? Omdat die data eenvoudigweg niet beschikbaar is.
Meer weten?
Goed nieuws! We hebben er een paper over geschreven 🤓
Nu, stellen dat freelance fees niet kunnen gebenchmarkt worden, is bewust provocatief.
Waarom is dat nodig?
Wel, om bepaalde praktijken op de korrel te nemen, praktijken waarbij men al te gemakkelijk goochelt met benchmarks en analyses waarvan de onderliggende data van een bedenkelijk niveau zijn.
Doorheen deze paper zal de lezer ook ontdekken dat het verhaal een stuk genuanceerder is dan wat de titel doet vermoeden.
Ja, er zijn zeker uitdagingen bij het benchmarken van freelance fees. Toch is het – althans wanneer men een juiste methodologie gebruikt – mogelijk om freelance fees te benchmarken.
Hoe en wat die uitdagingen dan precies zijn?
Wel, dat ontdek je in deze paper 👉