Het uitrollen van een mobiliteitsbudget is eenvoudig, op voorwaarde dat je precies weet hoe het mobiliteitsbudget er zal uitzien. En dat is echt wel ruimer dan te bepalen welke voordelen je in welke pijler wil aanbieden.

Maar vooraleer je aan de slag gaat met het design van jouw beleid inzake mobiliteit(sbudget), moet je je de vraag stellen of de invoering van een mobiliteitsbudget wel iets voor jouw onderneming is. Daar zijn twee stappen voor.

Welke twee stappen dat zijn? Dat lees je in deze blog post.

‍

Waarom is het mobiliteitsbudget zo interessant?

Vraag aan ondernemingen wat hun grootste uitdagingen zijn, en je krijgt steeds dezelfde twee antwoorden:

• de juiste mensen vinden (en houden);
• de loonkost beheersen.

Vaak gaan die twee hand in hand.

Net daarom is het mobiliteitsbudget een gouden opportuniteit.

Je onderscheidt jezelf ermee van de concurrentie omdat het nog steeds nieuw is. Tegelijkertijd optimaliseer je daarmee de loonkost.

Stel, je overweegt een mobiliteitsbudget in te voeren. Maar je wil dit nog niet voorleggen aan jouw werknemers om geen verkeerde verwachtingen te creëren. En ook de juridische en budgettaire haalbaarheid is nog een vraagteken.

Hoe weet je dan dat het mobiliteitsbudget iets voor jou is?

Wel, in twee stappen kan je dit ontdekken.

‍

Stap 1: opportuniteitsanalyse

In essentie wil je op voorhand kunnen inschatten of medewerkers zullen intekenen op het mobiliteitsbudget dan wel niet. Als geen van jouw medewerkers er warm van wordt, is het onzinnig om te investeren in de invoering van het mobiliteitsbudget.

Kan je het dan niet gewoon vragen aan je medewerkers?

Op basis van onze ervaring raden we dat om twee redenen af:

• Stel dat 55% zegt niet geïnteresseerd te zijn in het mobiliteitsbudget en 45% wel. Doe je het dan? Mogelijks niet, maar dan heb je wel verwachtingen gecreëerd bij 45% van je medewerkers die daardoor potentieel gedemotiveerd worden.

• Een mobiliteitsbudget vergt een verandering in mindset bij werknemers. Daar moet je je van bewust zijn. Werknemers zijn niet meteen zelf de drijvende kracht in de transitie naar duurzame mobiliteit  – mensen zijn gewoontedieren en veranderen niet graag. Tenzij uiteraard je die verandering kan laten flankeren door (para)fiscale optimalisatie, maar dat kunnen medewerkers niet altijd goed op voorhand inschatten.

Kortom: als werkgever maak je best zelf de inschatting of het al dan niet opportuun is om een mobiliteitsbudget in te voeren.

Voor grotere populaties moet je hier data-analyse op toepassen, omdat je met heel wat variabelen rekening moet houden, zoals: woonplaats, gewoonlijke plaats van tewerkstelling, gezinssituatie, beschikbare mobiliteitsoplossingen in de buurt van de woonplaats, afstand van de verplaatsing, duur van de verplaatsing, …

Voor kleinere populaties volstaat een meer beperkte data-analyse waarbij op basis van visuele rapportering de nodige conclusies kunnen worden getrokken.

Je kan zelf al een eerste inschatting maken door drie vragen te beantwoorden:

• Wonen jouw medewerkers binnen een straal van 10 km (in vogelvlucht) van het werk?
• Werken jouw medewerkers meer dan de helft van thuis uit?
• Moeten jouw medewerkers zich vaak naar klanten verplaatsen en zo ja, kunnen zij zich zonder eigen wagen naar klanten verplaatsen?

Is het antwoord voor het merendeel van jouw medewerkers minstens éénmaal ja, dan is het wellicht een goed idee om een mobiliteitsbudget in te voeren.

Nu, zelfs voor kleinere populaties kan je die oefening vaak niet op het zicht doen. Vandaar dat je nood hebt aan een meer onderbouwde opportuniteitsanalyse.

‍

Stap 2: haalbaarheidsanalyse

Dat het opportuun is om een mobiliteitsbudget in te voeren, betekent nog niet dat het haalbaar is.

Een mobiliteitsbudget invoeren zonder rekening te houden met de context en historiek van de onderneming is een slecht idee. We moeten dit in aanmerking nemen.

Indien je als werkgever bedrijfswagens ter beschikking stelt die het voorwerp hebben uitgemaakt van een brutoloonruil (salary sacrifice), dan is het in principe niet mogelijk om op een kostenneutrale manier een mobiliteitsbudget in te voeren. Uitzonderlijk kan dat wel, maar dat moeten we dus op voorhand onderzoeken.

De juridische en (para)fiscale haalbaarheid gaat dus in grote mate over de vraag of de invoering van een mobiliteitsbudget op een kostenneutrale manier kan gebeuren.

Om jouw loonkost onder controle te houden, is het van belang om te weten of en in welke mate de invoering van een mobiliteitsbudget de loonkost verhoogt.

Stel je gedurende reeds meer dan 36 maanden bedrijfswagens ter beschikking aan één of meerdere werknemers bovenop hun brutoloonpakket en wil je het mobiliteitsbudget enkel toegankelijk maken voor de werknemers die reeds een bedrijfswagen hebben, dan zal dit allicht de haalbaarheidstoets doorstaan.

Kortom, als het dan ook nog eens opportuun blijkt om een mobiliteitsbudget in te voeren, dan moet je niet twijfelen. Het mobiliteitsbudget is iets voor jouw onderneming.

Vervolgens kan je aan de slag met hoe je het mobiliteitsbudget concreet wil invullen.